Geschiedenis van Raadsma

Raadsma: een keten van 8 ijzersterke generaties, zonder enig teken van roest...
De naam Raadsma is onlosmakelijk verbonden met techniek. Toen ten tijde van de Bataafse Republiek iedereen in 1811 een achternaam moest aannnemen, ontleende timmerbaas Eesge Hendriks de familienaam ‘Raadsma’ aan zijn moeder Leentje Rademakers. Een ‘rade(r)maker’ was iemand die raderen of wielen maakte. Het was vervolgens kleinzoon Jan die begon met de verkoop van ijzerwaren.

Het echte begin: 1836

Jan Raadsma had een klein huis in de Oosterstraat en bezat een timmerwinkel op de Hoogte. Behalve als timmerman, stond hij te boek als winkelier in ijzerwaren en als ‘ijzerkramer’. In 1836 kocht hij een pand aan de Grote Breedstraat A27 in het centrum van Dokkum, dat door hem in 1843 werd verbouwd tot winkel in ijzerwaren. Na het overlijden van Jan Raadsma, namen zijn zoons Gerardus en Johannes Martinus het bedrijf over.

In 1868 werd de zaak geheel bezit van Johannes Martinus Raadsma, die in 1882 de naastgelegen woning aan de Breedstraat A29 kocht. Zodoende kon de ijzerwarenzaak uitgebreid worden naar 136 vierkante meter vloeroppervlak. Vervolgens zette vanaf 1895 zijn oudste zoon Jan het ‘Magazijn van IJzerwaren en Keukenartikelen’ voort. In 1909 veranderde deze de onderneming in een naamloze vennootschap met als handelsnaam ‘Firma J.M. Raadsma’.

De zaak floreerde en in 1915 werd het vloeroppervlak van de zaak verder uitgebreid tot 186 vierkante meter en er kwam een fraaie houten pui, die bewaard is gebleven en tegenwoordig staat opgesteld in de showroom van de vestiging in Dokkum.
In de jaren dertig van de vorige eeuw namen de broers Hubert en Johan Raadsma de leiding over. De broers legden zich steeds meer toe op de groothandel en toelevering aan timmerbazen en aannemers. Hubert kreeg twee zonen, Dirk en Jan Hubert, die vanaf 1961 de ijzerwarenhandel voortzetten in een commanditaire vennootschap.

Groei en expansie

De Lauwerszeewerken brachten een grote economische ontwikkeling voor de regio met zich mee. IJzerhandel Raadsma beschikte in die periode over magazijnen aan de kleine Oosterstraat en de Oostersingel. In 1970 vond nog bijbouw van een magazijn plaats, maar vooral de groothandel aan de Grote Breedstraat barste uit zijn voegen. Er was dringend behoefte aan verdere uitbreiding.Omdat uitbreiding in de binnenstad van Dokkum niet mogelijk was, werd een nieuw pand betrokken op industrieterrein De Hogedijken. Na de voltooiing van de Lauwerszeewerken verschoof het zwaartepunt van de economische activiteiten in Friesland zich in zuidelijke richting. Raadsma speelde adequaat op de ontwikkelingen in, door in 1987 een tweede vestiging te openen in Heerenveen.

Hogedijken (1974 – 2006)

In 1999 volgde een derde vestiging, in Leeuwarden. Ondertussen hadden in 1998 de broers Hubert en Jack Raadsma de directie van het bedrijf overgenomen. Zij gaven niet alleen de aanzet tot een nieuw bedrijfscomplex in Dokkum, maar openden in 2007 tevens een vierde vestiging in Groningen, om ook daar aan de toenemende vraag naar het assortiment van Raadsma te kunnen voldoen.

Zuiderschans

De vestigingen in Dokkum, Heerenveen, Leeuwarden, Groningen, Emmeloord en Drachten zijn allemaal volwaardige verkoop- en servicepunten. Alle zes de vestigingen hebben een compleet magazijn, een afhaalservice en presentatieruimtes met verkoop van alles op het gebied van ijzerwaren, gereedschappen, machines, hang- en sluitwerk, beveiligingsproducten en bedrijfskleding.

De directie zetelt nog steeds in Dokkum, waar aan de Pier Prinslaan 15 op bedrijventerrein Zuiderschans een modern bedrijfspand is gerealiseerd. Het strak vormgegeven pand staat op een prachtige zichtlocatie langs de belangrijkste invalsweg van Dokkum. Behalve het centrale magazijn en de reparatieafdeling is hier ook de financiële administratie, inkoopafdeling en calculatieafdeling gehuisvest.